Inleiding

In dit hoofdstuk geven wij u op hoofdlijnen inzicht in het verloop van de begroting en de actuele financiële ontwikkelingen. Als basis presenteren wij de laatste door u vastgestelde stand (Kadernota 2018-2022) en de financiële effecten van de door u tussen de kadernota en deze rapportage genomen besluiten. Daarna hebben wij de ontwikkelingen van deze voortgangsrapportage opgenomen.
Uitgangspunt bij onze planning & control-instrumenten is dat wij steeds het verloop van de begroting schetsen. Dit betekent dat u steeds aansluiting ziet bij het vorige door u vastgestelde P&C-instrument. In dit geval is dus de Kadernota 2018-2022 het vertrekpunt voor de financiële overzichten. Na de vaststelling van de kadernota hebt u nog enkele besluiten genomen met een (geringe) financiële impact. Deze presenteren wij als 'Wijzigingen tot de 2e Voortgangsrapportage'.

Het financiële beeld ziet er op hoofdlijnen als volgt uit:

Exploitatie (bedragen x€ 1.000)

Begroting
2018

Begroting
2019

Begroting
2020

Begroting
2021

Begroting
2022

Kadernota 2018-2022

326

38

875

1.404

1.249

Tot 2e Voortgangsrapportage

-14

Saldo tot de 2e Voortgangsrapportage

312

38

875

1.404

1.249

Mutaties 2e Voortgangsrapportage

1. Autonome ontwikkelingen

-122

-38

-38

-38

-38

2. Actualisatie bestaand beleid

-22

-72

-72

-72

-72

Totaal 2e Voortgangsrapportage

-144

-110

-110

-110

-110

Saldo begroting

168

-71

766

1.295

1.140

Toelichting financieel meerjarenbeeld op hoofdlijnen

Het huidige begrotingssaldo bedraagt € 312.000 positief. De financiële effecten van deze voortgangsrapportage zijn in totaal € 144.000 negatief. Het nieuwe begrotingssaldo komt hiermee uit op € 168.000 positief.  

De belangrijkste nadelige effecten uit de rapportage zijn:

1.

Aanvulling voorziening wachtgeld voormalige wethouders
Na het aftreden van burgemeester en wethouders hebben bestuurders recht op een wachtgelduitkering. Hiertoe is bij de jaarrekening 2017 een voorziening gevormd. Om de verplichtingen in 2019 te kunnen voldoen, is een aanvulling nodig in de voorziening van € 210.000.

€ 210.000 N

2.

Inhuur wegens ziekte
Wij stellen voor het inhuurbudget voor ziektevervanging incidenteel te verhogen met € 130.000. Dit houdt verband met de noodzakelijke vervanging van langdurig zieke medewerkers. Indien mogelijk worden ziektevervangingen altijd eerst binnen de bestaande mogelijkheden intern opgevangen. Voor wat betreft een aantal langdurig zieke medewerkers is dat niet mogelijk gebleken. De incidentele verhoging is gebaseerd op de inzichten van begin september 2018.

€ 130.000 N

3.

Openbaar groen
Door marktontwikkelingen zijn de aanbestedingen van de bestekken hoger uitgevallen dan begroot. Daarnaast zijn er meer snoeiwerkzaamheden uitgevoerd vanwege stormschade. Dit is gedaan in het kader van veiligheidscontroles. Per saldo verwachten wij in 2018 extra lasten van € 155.000. De structurele effecten verwerken wij in de Meerjarenbegroting 2019-2022.

€ 155.000 N

4.

Hogere bijdrage SDL
In juli 2018 is de gewijzigde begroting 2018 en de meerjarenbegroting 2019-2022 van de SDL door het AB vastgesteld. De financiële gevolgen voor 2018 hebben betrekking op de RSD. De hogere lasten worden veroorzaakt door loon- en prijsontwikkelingen, een hoger aandeelpercentage van de toegerekende exploitatiekosten, toename van de formatie en een correctie in verband met een foutieve raming van de salariskosten in de vastgestelde begroting 2018.

€ 254.000 N

5.

Afvalinzameling
De kosten voor afval gaan omhoog met ruim € 209.000,-. Het grootste nadeel zit bij de inzameling voor Papier, Metalen en Drankenkartons (PMD).  De verwerkingskosten zijn onder andere door problemen met de afzet fors gestegen, de kosten voor de inzamelzakken zijn hoger en de opbrengst van het verpakkingsfonds is  lager dan geraamd.   Daarnaast is er sprake van een te lage raming van de  kosten voor de milieustraat in Lobith, een te lage raming van de hoeveelheid restafval en een lagere marktprijs voor papier gecombineerd met een hogere subsidie voor de verenigingen. Een deel van de kosten kunnen worden gedekt uit de reserve reiniging. Deze reserve is niet toereikend om het volledige bedrag te dekken. Er resteert een nadeel van € 155.000 welke als nadeel tot uitdrukking komt in deze rapportage.

€ 155.000 N

6.

Aframen bijdrage stortplaats Doesburgseweg / Zweekhorst
De jaarlijkse vergoeding voor de stortplaats aan de Doesburgseweg wordt door Mineralz Zweekhorst B.V. betwist. Het standpunt dat de vergoedingen terecht zijn opgelegd is onveranderd. Wij beraden ons dan ook nadrukkelijk over verdere vervolgstappen. Verslaggevingstechnisch en van uit het voorzichtigheidsprincipe merken wij de opgelegde nota's over 2016 t/m 2018 aan als dubieus.

€ 777.000 N

Voordelige effecten zijn:

1.

Onderuitputting kapitaallasten
Conform ons afschrijvingsbeleid vindt afschrijving op vaste activa plaats in het jaar na gereedmelding. Bij het opstellen van de meerjarenbegroting brengen wij de in de komende jaren voorgenomen investeringen in beeld. Daarbij maken wij op basis van ervaringscijfers een inschatting van de fasering van de investeringsvolumes in de afzonderlijke jaren. Door vertraging van geplande investeringen ontstaan incidentele voordelen op de afschrijvingslasten. De afschrijving gaat immers pas lopen na gereedmelding en afronding van het krediet.  

Het voordeel van € 399.000 wordt vooral veroorzaakt door het later gereed komen van de volgende investeringen :

  • Hal 12
  • Rioleringen

€ 399.000 V

2.

Terug ontvangst omzetbelasting
Met betrekking tot de omzetbelasting hebben wij een suppletieaangifte gedaan voor de jaren 2014, 2015 en 2016. Daarnaast heeft de voormalige gemeente Rijnwaarden een teruggaaf ontvangen van omzetbelasting. Het totaalbedrag komt uit op € 485.000 voordelig.

€ 485.000 V

3.

Uitkering Fonds tekortgemeenten sociaal domein
In de Algemene Ledenvergadering van de VNG hebben de gemeenten besloten tot het instellen van het Fonds Tekortgemeenten Sociaal Domein. Het fonds is bedoeld om financieel tegemoet te komen aan gemeenten die kunnen aantonen dat ze in de jaren 2016 en 2017 tekort zijn gekomen aan de rijksuitkering voor de jeugdzorg en de nieuwe Wmo. Het fonds is gevuld met € 200 miljoen, dat voor de helft is gestort uit de rijksbegroting en voor de andere helft is opgebracht door een uitname uit het Gemeentefonds. Wij hebben een aanvraag ingediend voor een bedrag van ruim € 1,3 miljoen. Omdat niet zeker is dat de VNG alle elementen uit de aanvraag accepteert en het met name niet zeker is dat het beschikbare bedrag voldoende is voor alle aanvragen gaan wij voorlopig uit van een raming van 50% van dit bedrag.

€ 650.000 V

Het voordelige begrotingssaldo na deze voortgangsrapportage komt uit op € 168.000 voordelig. Dit saldo verrekenen wij bij de Jaarstukken, dan is immers het definitieve resultaat bekend, via de resultaatbestemming met de Algemene reserve. Het verwachte tekort over 2019 van € 71.000 betrekken wij bij de opstelling van de meerjarenbegroting 2019-2022.