Wat doen we?

Met de wettelijke harmonisatie van de kinderdagopvang, peuterspeelzalen en voor- en vroegschoolse educatie (VVE) streven wij naar een kwalitatieve peutervoorziening met 100% bereik. Stimuleren van het jonge kind vormt de kern van het onderwijsachterstandenbeleid. We geven de kinderen een stevige basis mee voor hun verdere schoolloopbaan en het functioneren in onze maatschappij. Dit doen we door in te zetten op gerichte en speelse stimulering van de ontwikkeling op jonge leeftijd. Zo krijgen alle peuters de kans op een goede start in het onderwijs. In 2019 bieden wij peuters met risico op onderwijsachterstand extra ondersteuning door deelname aan een kwalitatief VVE-programma.

NaamJaar realisatie2022
4.1.4 Organiseren brede basisvoorziening voor jongste kinderen
Stand van zaken
status

Een kwalitatieve peutervoorziening biedt alle peuters de kans op een goede start in het onderwijs. Voor de versterking van een rijke speelleeromgeving is in 2018 een rijksbijdrage van € 259.000 beschikbaar, met gerichte inzet. De Tweede Kamer reageerde 17 mei 2018 positief op het besluit van de minister voor de nieuwe verdeelsystematiek Onderwijsachterstandsmiddelen voor gemeenten (en scholen). De indicatieve rijksbijdrage voor onze gemeente bedraagt vanaf 01-01-2019 € 843.000.

Voor de beleidsontwikkeling betekent dit:  

  • dat naast de indicator opleiding, nieuwe indicatoren gaan meewegen voor de indicatie van peuters met een risico op een onderwijsachterstand.
  • de verwachting is dat hierdoor meer peuters met een risico op een onderwijsachterstand worden toegeleid naar een voorschools educatieaanbod (VVE)
  • vanaf 2020 de wettelijke verplichting om een minimaal voorschools educatieaanbod van 16 uur per week te realiseren.

In het vierde kwartaal 2018 starten wij de constructieve dialoog met de voorschoolse voorzieningen, jeugdgezondheidszorg en de onderwijspartners om de doorontwikkeling van beleid vorm te geven.